Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Christus’ smaad dragen en God behagen

Jaargang: 
13
Datum: 
06 feb. 2019
Nummer: 
3
Schrijver: 
C. Koster
ID:
2127

Hebr. 13:13-16

"Laten wij dan naar Hem uitgaan buiten de legerplaats en Zijn smaad dragen. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige. Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden. En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet, want aan zulke offers heeft God een welgevallen."

Christus’ smaad
Heb jij wel eens smaad moeten dragen als christen? Bent u wel eens gesmaad? Wat is dat dan? Gesmaad worden is dat je grof beledigd wordt. Iemand met hoon en spot overladen. Misschien is het jou niet overkomen. Gelukkig maar. Christus kreeg het wel over zich heen. De bittere weg van lijden, die Hij moest gaan. Hij werd verworpen, gehoond, bespuwd en bespot. “Laat de Christus, de Koning van Israël, nu van het kruis afkomen, opdat wij het zien en gaan geloven.” En verderop: “ook zij die met Hem gekruisigd waren, smaadden Hem.” Zo is Hij de vervulling van de profetie, bijv. Jes. 53:3: “Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten! […] Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.”

Wat heeft die smaad dan te maken met het feit dat Jezus ‘buiten de legerplaats’ heeft geleden? Omdat Jezus Christus werd uitgeworpen. Hij hoorde er niet meer bij. Als onreine werd Hij buiten de stad geleid om dáár gekruisigd te worden. De stad van God, Jeruzalem. Christus hoorde daar niet meer thuis, vanwege onze zonden, die op Hem lagen.

Smaad dragen
En dan legt de Hebreeënschrijver de verbinding Christus en ons. Werd Christus gehaat, heeft Hij geleden. Dan zullen de christenen ook gehaat en vervolgd worden. Als je bij Jezus Christus hoort, dan zal je ook bereid moeten zijn om te delen in zijn smaad. God vraagt keuzes van ons. Wilt bij Jezus Christus horen? Wil je Hem belijden als jouw Verlosser en Redder. Dat is de oproep vanuit deze verzen. Wil je bij Hem horen, die de Gekruisigde, de Verworpene, de Gesmade is. Dat was Hij toen, maar ook vandaag. Als zijn naam wordt misbruikt. Als Hij wordt bespot en belachelijk gemaakt.

De smaad van Christus dragen, dat betekent dat je bereid bent om alles te verlaten omwille van de naam van Jezus Christus. Dat je niet kiest voor je eigen eer en je eigen naam en voor wat je opgebouwd hebt in je leven. Maar dat je, als het er op aankomt, kiest: ik wil horen bij Jezus Christus. Ook als dat mij schande en oneer van de wereld zou opleveren. Ook als dat mijn werk en mijn eigen bedrijf zou kosten. Ook als ik daardoor vervolging en verdrukking moet lijden. Ook als ik stad en land zou moeten verlaten. Ben je bereid zijn smaad te dragen en uit te gaan tot Hem?

Hoe bemoedigend, voor al die kinderen van de Heere, die vervolging en verdrukking moeten lijden, vanwege het geloof. Onlangs werd de door Open Doors de lijst van christenvervolging weer gepubliceerd. Er zijn zoveel christenen die niet in vrijheid hun godsdienst kunnen uitoefenen. Wat een troost als ze dan mogen weten: het is de smaad van Christus. En dat ze mogen zien: het is een eer om deel te hebben aan zijn smaad!

En bovendien: wij hebben hier geen blijvende stad. Wij zoeken de toekomstige! Natuurlijk leef je op aarde en ben je bezig om je te ontwikkelen. Maar toch weet je: het leven hier is tijdelijk. Ik hou mijn ogen gericht op die hemelse stad Jeruzalem. Daar is het huis van Vader, daar heb ik mijn echte Thuis. Daar zal geen smaad en laster zijn, maar heiligheid en heerlijkheid. Een rijke troost voor die christenen die smaad moeten dragen. Zoals Jezus Christus dat ook zegt (Mat. 5:11-12): “Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen.”

God behagen
En dan staat er nog deze oproep: verheerlijk God. Doe wat Hem behaagt. Met het offer van Jezus Christus zijn we zoenoffers voorbij. Maar toch zijn daarmee niet álle offers afgelopen. Wat blijft er over dan? Het lofoffer, de vrucht van onze lippen, het weldoen en hulpbetoon. Want aan zulke offers heeft God een welgevallen, staat er.

De vrucht van de lippen. Weldoen aan allen. En het onderlinge hulpbetoon. Aan zulke offers heeft God een welgevallen! Bijzonder, juist als hier gesproken wordt tegen christenen die smaad dragen. Moet je dan ook nog goed dan? Is het smaad dragen dan al niet genoeg? Naar de mens gesproken is dat inderdaad een onmogelijke opdracht. Maar toch vraagt God dat van zijn kinderen. Waarom? Waarom heeft God daarin een welgevallen? Omdat je dan in je lijden en moeite toch Gods kracht laat zien. In goeddoen wordt openbaar dat God krachtig is. Dat Hij werkt. Dat Hij zijn heerlijkheid toont, door zijn Heilige Geest, in de leven van zijn kinderen.

Zijn heerlijkheid, niet alleen na het lijden. Maar al in het lijden, doordat Gods kinderen het goede doen. Christenen geven de moed niet op. Niet omdat het perse zulke krachtige mensen zijn met een sterke persoonlijkheid. Maar omdat hun God genadig en krachtig is.

Zo mag je in geloof en met vrijmoedigheid je kruis op je nemen en Christus volgen. Ook als dat schande en moeite teweeg brengt. Dat kan moeilijk zijn. Maar dan ga je wel achter Christus aan. Onderweg naar een heerlijke stad!