Getuigen
N.a.v. de Nashville –verklaring
Niet vaak zorgt een verklaring van een aantal predikanten voor zoveel opschudding in de Nederlandse samenleving als in de afgelopen weken de zogenaamde “Nashville-verklaring”. De Nederlandse vertaling van een Amerikaanse verklaring m.b.t het huwelijk, met een pastoraal naschrift. De vertalers zijn predikanten uit behoudende kerken in Nederland, die Gods Woord willen laten spreken over zaken van huwelijk en seksualiteit. Een verklaring waar, zo menen we, ook wij in alle publiciteit niet omheen kunnen. De naam van God, die ook onze God is, werd en wordt in kritiek op deze zaak op grote en zeer vijandige wijze gesmaad. Hoe oordelen wíj over deze verklaring? Hoe moeten we daar vanuit Gods Woord naar kijken? Hoe zien we de kritiek?
Efeziërs 6
Het lijkt ons van belang de vijandigheid die in de media jegens de christenen blijkt, eerst op Schriftuurlijke wijze te duiden.
Wij wijzen op Efeziërs 6:12: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van ?het kwaad? in de hemelse gewesten”.
Er is commotie in Nederland. Wij zullen ons moeten realiseren dat er een strijd gaande is tussen God en de duivel. De uitslag van die strijd staat bij voorbaat vast. Maar er moet wel gestreden worden!
Negatief
Hebt u kennis genomen van de Nashville-verklaring? In het RD is hij integraal afgedrukt op 4 januari. Om de hoos aan kritiek te kunnen beoordelen is het zaak om zelf de héle verklaring rustig te lezen. U vindt hem in ieder geval op de site van het RD, in de rubriek Kerk&Religie. (https://www.rd.nl/kerk-religie/gezamenlijke-verklaring-over-bijbelse-sek...).
Dat compleet en rustig lezen doen de meeste critici blijkbaar niet. Dat is ook niet meer van onze digitale tijd. Lees een flard, interpreteer dat voor jezelf, en trek vervolgens via de social media met alle felheid, grofheid en lompheid van leer tegen wat er volgens jou zou staan.
Dat is, naar het lijkt, een algemeen aanvaarde werkwijze geworden.
Uitsluiting van homo’s…., discriminatie…, in strijd met art. 1 van de Grondwet…, niet meer van deze tijd….., dit màg niet meer voorkomen …… Zo zijn de kwalificaties van de homo-lobby en de lhbt-beweging in onze samenleving, en van vele commentatoren in de media. Bij onze premier, de man die boven de partijen heet te staan en “premier van alle Nederlanders is”, liepen “de rillingen over de rug”. Bovendien is de verklaring oorspronkelijk Amerikaans; dat is blijkbaar sowieso al te veroordelen.
Maar ook “medechristenen” kunnen er wat van. De woordvoerder van de PKN haastte zich duidelijk te maken dat de verklaring zeker niet past bij het spreken van de PKN. Integendeel. Over andere relaties dan het huwelijk moet met elkaar gesproken kunnen worden. In alle liefde. Een voorganger verklaarde dat God júist homo’s, lesbiennes, en transgenders van harte liefheeft. We lazen dat God zelf een anti-Nashville-verklaring heeft gegeven.(!) CU-voorman Segers neemt nadrukkelijk afstand van de verklaring. Sommige GKv-leden en woordvoerders van de Pinkstergemeenten vinden het publiceren van de verklaring zeer onverstandig. Geen statements maken maar de dialoog zoeken, is hun motto. Tot onze verbazing zijn er ook in de kring van de predikanten die de verklaring hebben vertaald en getekend mensen die snel afstand hebben genomen. O.a. een SGP-politicus uit Drenthe en enkele burgemeesters. Vooral op grond van de toon, die te hard en onbarmhartig zou zijn. Ook zou de verklaring niet pastoraal zijn. “Wees ruim voor een ander”. En zèlfs (ja, we hadden toch iets anders verwacht) het RD ging in een hoofdredactioneel commentaar niet achter de verklaring uit eigen kring staan. De krant wist weinig anders te schrijven dat dat we nu eerst maar een tijd moeten zwijgen, en dan het gesprek aan gaan. De toon van het commentaar gaf, zo menen we, blijk van enige onterechte schaamte.
En justitie in rechtsstaat Nederland, waar godsdienstvrijheid is en vrijheid van meningsuiting, haast zich om na te gaan of dit misschien strafbaar zou kunnen zijn, hoewel veel rechtskundigen al aangaven dat dit beslist niet mogelijk is.
Zo kunnen we nog een tijd doorgaan.
Framing
Heel kwalijk is ook de toepassing van het verschijnsel “framing”. Dat zien we bij dit onderwerp ook.
Een “frame” is een verhaal dat je met bepaalde woorden en beelden vertelt, waardoor sommige delen van de werkelijkheid meer naar voren komen en andere delen naar de achtergrond verdwijnen. De verhaallijn en daarbij passende woordkeuze zorgen voor een beeld dat maakt dat mensen bewust gestuurd worden in hun interpretatie en beoordeling. Door bewust een frame te kiezen dat aansluit bij de belevingswereld van de ontvanger, zal het frame a.h.w. fungeren als een bril waardoor je de boodschap gaat lezen en luisteren. Je ziet dan de “randen” van het verhaal niet meer, waardoor de geframede boodschap enorm aan overtuigingskracht toeneemt, ten koste van het èchte verhaal. Soms kan een frame al opgeroepen worden door één woord. Dat is bijvoorbeeld het geval bij gebruik van woorden als “homofoob” of “homohaat” etc. De media zijn daar sterk in. Dan is de geframede boodschap bij voorbaat fout en hoeft er niet meer geluisterd en gesproken te worden. Zo is door velen de Nashville-verklaring al veroordeeld voor er een echt gesprek over is geweest.
Eenzijdig
Door de meeste critici wordt de verklaring heel beperkt geïnterpreteerd. Het gaat nl. niet alléén over homoseksualiteit en transgenderisme. Zeker, dat zijn belangrijke punten. Maar het gaat ook over buitenhuwelijkse relaties. Over trouw binnen het huwelijk. Wat de opstellers en vertalers willen aangeven is hoe de HEERE spreekt over het door hem ingestelde huwelijk.
Zal de kerk van de Heere Jezus Christus haar Bijbelse overtuiging, duidelijkheid en moed verliezen en opgaan in de tijdgeest? Of zal zij vasthouden aan het Woord van het leven, moed putten bij Jezus en zonder schaamte Zijn weg verkondigen als de weg des levens? Zal ze, dwars tegen de cultuur in, haar heldere getuigenis bewaren en dit getuigenis doen horen aan een wereld die langs een hellend vlak op weg lijkt naar de ondergang?
Wij zijn ervan overtuigd dat getrouw-zijn in onze generatie inhoudt dat we opnieuw getuigenis geven aan het ware verhaal van de wereld en onze plaats daarin – in het bijzonder als het gaat over man-zijn en vrouw-zijn.
Daar gaat het de opstellers om. Om wat de HEERE zegt over man- en vrouw-zijn, in de volle breedte. Daarom hebben ze aan de verklaring ook een groot aantal Schriftplaatsen toegevoegd.
De kritiek is op nóg een belangrijk punt eenzijdig: de vertalers hebben de verklaring voorzien van een helder naschrift. Bedoeld om ook iets te zeggen, op grond van de Schrift, over pastoraat, over barmhartig en liefdevol omgaan met kerkleden die anders geaard zijn. Er wordt schuld erkend over het gegeven dat de kerken vaak niet goed met het vraagstuk van een andere geaardheid zijn omgegaan. Bewust is dit toegevoegd. We menen dat dit dan ook gelezen moet worden zoals de schrijvers in Nederland bedoeld hebben. Als onderdeel van de complete verklaring. Maar in veel kritiek wordt wel gesteld dat de verklaring hard en onbarmhartig is en absoluut niet pastoraal. En het naschrift wordt gewoon genegeerd. Of weggezet als “een doekje voor het bloeden”. Tja ……
Artikel 10 en 12
Artikel 10: WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn.
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.
Artikel 12: WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levens veranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.
Met name bovenstaande artikelen schijnen nogal wat weerstand en vijandigheid op te roepen. Art. 10 zou alle homoseksuelen en alle transgenders “uitsluiten”. (We komen nog terug op dat begrip). Maar dat staat er niet. Persónen worden hier niet veroordeeld maar hun daden, hun leefwijze. Dat is toch een belangrijk verschil. Zeker ook in het licht van het pastorale naschrift. Helaas maakt men geen verschil tussen de besproken zaak en personen die daar bij betrokken zijn.
In artikel 12 leest men dat alle homoseksualiteit en transgenderisme ziekten zouden zijn die genezen kunnen worden. Maar ook dat stáát er niet. Er staat dat in Christus zondige verlangens bedwongen kunnen worden. Dat is Bijbels. (En overigens zijn er meerdere voorbeelden waarbij homofiele christenen in geloof hun homofiel zijn kwijt raakten; niet àlle homofilie is aangeboren, soms is er sprake van opvoeding en omgeving als oorzaak).
Maar blijkbaar is iedere christelijke notitie bij het lhbt-gebeuren bij voorbaat verdacht.
Pastoraal
Meerdere “mede-christenen”, geloofsgenoten van de opstellers, vallen over wat zij noemen het gebrek aan pastoraat. Uit de kritiek die we gelezen hebben valt op te maken dat men vindt dat je op deze manier niet Gods geboden mag uitdragen. Dat moet heel anders: met grote behoedzaamheid en zeer liefdevol het gesprek met anders geaarde kerkleden aangaan. Zeg maar: de dialoog zoeken. Dat zou pastoraal zijn. En dat zou gemist worden.
We vrezen dat dergelijke kritieken aangeven dat velen het Bijbelse besef van pastoraat zijn kwijtgeraakt. Dat het postmoderne denken niet alleen in de PKN maar ook enigszins in behoudende kerkgenootschappen zijn invloed heeft. (Of heeft het te maken met het uitoefenen van publieke functies, waarbij men “bang” is om kleur te bekennen?)
Pastoraal …… Dat betekent herderlijk. Een Bijbels beeld. Dat wordt heel vaak verkeerd ingekleurd. Pastoraal staat dan voor liefdevol, aanvaardend, naast elkaar gaan staan, ruimte geven, vooral niet oordelen ……. Maar een echte herder laat de schapen niet alle ruimte. Als een schaap bij de kudde weg gaat, als een schaap dreigt de wildernis in te trekken, dan laat de herder dat schaap niet maar een beetje zijn gang gaan. Dàt zou juist liefdeloos zijn. Want weg gaan bij de kudde leidt tot de dood. Nee, de herder gooit een kluit of een steentje naar het schaap. Hij doet hem even pijn. Om het dier te dwingen weer terug te gaan naar de kudde. Dat is ook pastoraat. Pastoraat heeft altijd als doel de schapen te behouden. En niet om met ze mee te lopen naar de afgrond. Of ze maar hun eigen gang te laten gaan. (Vgl. ook Jer. 10: 21, 23: 1, 2; Ez. 34: 1-16). Kerkmensen zouden beter moeten weten. Zondige praktijken in de samenleving laten voortwoekeren zonder vanuit Gods Woord te profeteren zou juist een gebrek aan pastoraat, aan liefde zijn.
Jona ging niet in dialoog met de Ninevieten maar profeteerde en getuigde. Hij bracht het Woord van God. Voor de Ninevieten hard om te horen. Maar ….. tot hun behoud. Deed Mozes niet hetzelfde tegen de Egyptenaren? Laat Gods volk gaan! Deed Johannes de Doper niet hetzelfde? Bekeer u, om het oordeel te ontgaan!
In die zin is het juist ook pastoraal om helder en duidelijk gewoon te getuigen vanuit Gods eigen Woord.
Naar de troon van de genade
Laten wij ons bij dit alles blijven realiseren: de God van hemel en aarde deelt liefde uit. Bij bakken tegelijk.
In Hebreeën 4 staat een tekst waarin dat op prachtige wijze naar voren wordt gebracht. Vers 15 en 16: "Want wij hebben geen ?Hogepriester? Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder ?zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de ?genade, opdat wij ?barmhartigheid? verkrijgen en ?genade? vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip”.
Die Hogepriester heeft voor al onze zonden betaald. Hij heeft geleden. Hij is gestorven. De rekening van onze schuld is voldaan.
God zond Zijn Zoon, om ons te verlossen uit de macht van de zonde, en uit de macht van de duivel.
Nu worden gelovige kinderen van God nooit meer op hun zonden afgerekend als zij zich bekeren!
En besef het maar – de Zoon van God, onze Heiland, weet precies wat wij hier op aarde doormaken.
Hij weet dat de moeite van homoseksuele geaardheid heel veel pijn kan opleveren.
Hij weet dat de intenties van de ondertekenaars wel goed waren maar niet aanvaard wordt door de wereld.
Hij weet hoe moeilijk het soms kan zijn om altijd te beginnen bij Gods liefde en genegenheid voor elkaar.
Hij weet hoe moeilijk het kan wezen om die liefde op goede en tactvolle wijze te verwoorden.
Hij weet hoe ingewikkeld het soms is om uit te leggen dat God liefde is, maar dat God tegelijkertijd ook dingen verbiedt.
Hij weet dat kinderen van God heel zijn Woord recht willen doen. Ook als het gaat om geboden en verboden die in deze tijd grote tegenstand oproepen.
Broeders en zusters
We zijn er nog niet. Er moet nog meer gezegd worden. Met Gods Woord voor ogen en gericht op de genade in Christus doet zich ook de vraag voor wat dat betekent voor de gemeente. Voor onze anders geaarde broeders en zusters. Ook al is de verklaring in overeenstemming met Gods Woord, toch kan zo’n verklaring op schrift, in de duidelijke bewoordingen van de verklaring juist in de kerk hard aankomen. Dat kan ook gelden voor dit artikel. Daarom moet er nog iets bij. Dat vonden ook de opstellers. Vandaar het naschrift. We citeren:
Dit geeft ons een des te grotere verantwoordelijkheid voor pastorale nabijheid en zorg. Wij hebben de mond van een profeet nodig, maar ook het hart van een herder. Zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen of worstelen met hun geslachtelijkheid, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben. Niemand kan zich immers laten voorstaan op iets goeds van zichzelf, maar allen moeten leven van genade. Ieders hart kent van nature een zondige gerichtheid en ieder mens kent zondige verlangens, die zich ook op seksueel gebied uiten. Strijden tegen de zonde betekent daarom altijd zelfverloochening. Dat is een gave van Gods genade. Ten diepste is ze slechts mogelijk vanuit Christus en door de Heilige Geest. Jezus Christus is gekomen niet om rechtvaardigen maar om zondaren te roepen tot bekering en hen zalig te maken.
Een andere geaardheid hebben op seksueel gebied kan buitengewoon moeilijk zijn. Het kan zorgen voor heel veel teleurstelling, leed, worsteling, strijd en vragen. Vaak een leven lang. Daar mogen we niet gemakkelijk over doen. We mogen ook niet te snel oordelen. In de gemeente moeten alle broeders en zusters zich aanvaard weten. Dat betekent dat we, zonder Gods Woord los te laten, hen moeten aanvaarden. Zij zijn ook aan ons als broeders en zusters gegeven door de Heere. En dat betekent nogal wat. Dat vraagt van ons dat we open en liefdevol met hen omgaan als met de andere broeders en zusters. Dat we hen steunen in hun worsteling op broederlijke en zusterlijke wijze. Dat we hen ontvangen. Dat we moeten zorgen dat zij zich ook in de gemeenschap van de kerk veilig weten.
Dat is ook voor ons allemaal een opgave. Een roeping ook. Heel gemakkelijk kwetsen we anderen onnadenkend. Trouwens, wie van ons is zonder zonde? Wie van ons heeft nooit strijd te voeren tegen àndere ongeoorloofde verlangens? Belangrijk is dat in Christus alles mogelijk is. Hij neemt niet alle moeite weg. Maar we mogen wel geloven dat Hij kracht geeft om te volharden. En in Christus zijn we één. Dat moet geen losse praat zijn maar daar moeten we handen en voeten aan geven. Dan werken we aan echte verbinding.
Uitsluiten en verbinden
Uitsluiten en verbinden zijn typisch termen uit onze tijd. Postmodern.
Uitsluiten wil zeggen dat bepaalde personen of groepen niet zonder meer aanvaardbaar zijn in een grotere groep, in de maatschappij, in de kerk. Als je kritiek hebt op bepaalde gedragingen, een manier van leven, of bepaalde ideeën of visies, dan “ sluit je uit” . Want dan zeg je, zo meent men: als je voor mij volledig aanvaardbaar wilt zijn, dan moet je veranderen. Dat begrip “uitsluiten” wordt te pas en te onpas gebruikt. Momenteel lijkt het wel of iedere kritiek op het spreken en handelen geschaard wordt onder dat begrip “uitsluiten”. Kritiek op een leefwijze of een visie is meteen kritiek op een persoon. En dat mag niet. Iedere mens is volledig autonoom en bepaalt zelf wat hij of zij zegt en doet en uitdraagt. Dat moet je volledig respecteren.
En, zo is de gedachte, i.p.v. uitsluiten moeten we juist “verbinden”. Ook dat is een term die een bepaalde postmoderne lading heeft gekregen. Het uitgangspunt is dat alle meningen, visies, inzichten en leefwijzen gelijk zijn. Iedere persoon heeft zijn éigen waarheid. Heel individueel. Maar we moeten wel met elkaar kunnen samenleven. Daarom moet er gezocht worden naar “verbinding”. Wat hebben we gemeen? Op welke punten kunnen we elkaar vinden? En in andere zaken laten we elkaar volkomen vrij. Vrij, dat betekent ook dat we elkaar zelfs niet bekritiseren.
Kijk, nu zien we de achtergrond van de kritiek. Heb niet het lef om “uit te sluiten”, om niet de verbinding te zoeken!
Het merkwaardige en het kwaadaardige is dat dit in de praktijk niet blijkt te gelden voor behoudende christenen, of in het algemeen voor serieuze aanhangers van een bepaald geloof …. Zij mogen wel “uitgesloten” worden. Zij hoeven geen ruimte.
Getuigen
Lees de Nashville-verklaring. Komt u, bij rustige en zorgvuldige lezing zaken tegen die niet overeenstemmen met Gods Woord? Misschien zou u zelf hier en daar andere bewoordingen gekozen hebben. Maar daar gaat het niet om. Deze verklaring is, zo menen we, heel gewoon profeteren en getuigen naar Gods Woord.
Een blijkbaar gelovige man gaf in een belprogramma op de radio aan: jullie richten je tegen de verkeerden, die voorgangers hebben dit niet bedacht, maar God! Je moet je met je bezwaren tegen God richten! Nu, dat werd natuurlijk helemaal niet begrepen. De meeste media en spraakmakers hebben al lang afgerekend met God. Voor hen is dat een leeg en ouderwets begrip. En geloof ….. ook dat is iets dat vaak niet meer begrepen wordt. Geloven betekent o.a. dat je een autoriteit erkent, een gezag, buiten en bóven de mens zelf. Maar velen leven in een geestelijke wereld waarin dat geen enkele rol speelt. Een andere wereld dan die van het geloof. Dan is er geen begrip meer. Dan voelt men zich als autonome, zelfbepalende mens bekritiseerd, aangevallen, veroordeeld. Dan wordt er agressief gereageerd. En kerkgenootschappen die niet meer heel Gods Woord aanvaarden gaan daarin mee. Dan laten ze na om te getuigen.
Volharden
Moeten we schrikken van al die negatieve reacties? Moeten we zelf maar vooral zwijgen? Moeten we maar een beetje meebewegen en ook het getuigen inruilen voor de dialoog?
Laten we maar niet doen alsof al die vijandige kritiek iets vreemds is. Het geloof in de God van de Bijbel zal door de samenleving steeds meer vijandig behandeld worden. We leven in de eindtijd. De Heere heeft ons dit voorzegd. Lees maar Matteüs 24 en Openbaring 12 en 13. We konden en kunnen in onze samenleving in alle rust christen zijn. Nòg. Maar onontkoombaar zal de kerk ook in onze wereld verder in de hoek worden gedrukt. Onontkoombaar zal het Bijbelse getuigenis steeds meer vijandschap oproepen. Dat weten we. Dat zien en horen we.
Dat is niet erg. Ja, op zich is het verschrikkelijk dat onze God gesmaad wordt. Maar gelovigen weten dat het zo móet zijn op de weg naar de Wederkomst. Het komt er op aan om te volharden. Om eenvoudig te blijven bij Gods Woord. Om die trouw te laten zien en daarvan te getuigen, als de Heere ons daartoe roept. Dat is wat de opstellers en vertalers van de Nashville-verklaring willen. Lees nog maar eens: “Wij zijn ervan overtuigd dat getrouw-zijn in onze generatie inhoudt dat we opnieuw getuigenis geven aan het ware verhaal van de wereld en onze plaats daarin – in het bijzonder als het gaat over man-zijn en vrouw-zijn.”
Volharden. En dan is voor al Gods kinderen de uitkomst zeker!
Eens?
We zijn met de opstellers van de Nederlandse verklaring kerkelijk niet één. Dat zal misschien ook niet snel het geval zijn. Dat is zeer te betreuren. Maar we voelen wel een zekere verbondenheid. In het vaste voornemen om trouw te zijn aan de HEERE en aan Zijn Woord. Om tegen de revolutie, tegen de omkering van alles wat onze HEERE geschapen en ingesteld heeft, toch vast te houden aan zijn Woord en geboden en daarvan eenvoudig te getuigen.
We menen dat de Nashville-verklaring inderdaad niet anders doet dan Gods Woord naspreken. Publiek. Noodzakelijk. Misschien laten we zelf wel te veel verstek gaan op dit punt. De opstellers en ook SGP-voorman Van der Staaij hebben in ootmoed en waardigheid heel genuanceerd gereageerd op de vele kritiek. We hopen dat ze standvastig blijven en niet te veel gaan nuanceren. We hebben veel respect voor de gelovige moed waarmee de verklaring is gepubliceerd.
Zijn we het er mee eens? Bent u het er mee eens? We menen dat we, zonder iedere letter en ieder leesteken voor onze rekening te nemen, inderdaad achter de strekking van de verklaring kunnen staan.
Geve de Heere dat dit pastorale spreken toch positieve gevolgen mag hebben in de samenleving.